Rol van maag in spijsverteringsproces

Meteen nadat je een hap neemt, begint de spijsvertering. Speekselklieren in de mondholte maken speeksel met spijsverteringsenzymen aan. Ook gaat er direct een signaal naar de hersenen. De hersenen geven dit signaal door aan de maag, waardoor de productie van maagsap op gang komt. Voedsel dat je doorslikt, komt in de slokdarm. De slokdarm is een gespierde buis die het eten naar beneden duwt. Een sluitspier tussen de slokdarm en de maag zorgt ervoor dat de maaginhoud niet te vaak terugstroomt in de slokdarm.

Daarna wordt in het bovenste gedeelte van de maag maagsap toegevoegd aan de voedselbrij. Hierna komt het voedsel in het onderste deel van de maag. Hier wordt het voedsel gekneed, fijngemalen en goed vermengd met het maagsap. Op deze manier wordt het voedsel voorbereid op de vertering. De vertering vindt voor het grootste deel in de dunne darm plaats. In het maagsap zitten zoutzuur, enzymen en intrinsieke factor. Deze laatste stof is noodzakelijk voor de opname van vitamine B12 uit het voedsel in de dunne darm.

Ook bij de uitgang van de maag zit een sluitspier. Dit wordt de pylorus genoemd. Deze sluitspier laat het voedsel beetje bij beetje door naar het eerste deel van de dunne darm: de twaalfvingerige darm. Het voedsel is dan fijngemalen tot deeltjes zo groot als ongeveer één millimeter. Daarnaast zorgt deze sluitspier er voor dat de inhoud van de twaalfvingerige darm niet terugstroomt naar de maag.

Hieronder kun je een animatiefilmpje over hoe de spijsvertering werkt kijken. Bron: Maag Lever Darm Stichting.