Vroege en late dumping
We spreken van vroege dumping als de klachten binnen een half uur na de maaltijd optreden. De verschijnselen ontstaan doordat voeding veel vocht in de darm aantrekt. Dit vocht komt niet uit de darm, maar wordt aan de bloedbaan onttrokken en voegt zich bij de voedselbrij in de dunne darm. Hierdoor ontstaat een nog voller gevoel, darmkrampen en diarree. Omdat er minder vocht in de bloedvaten rondgaat, geeft dit een daling van de bloeddruk. Het hart probeert daarna met minder druk het bloed toch rond te pompen. De hartslag wordt dan sneller en hartkloppingen, duizeligheid, zwaktegevoel en sufheid kunnen optreden. De klachten worden na verloop van tijd, door aanpassing van het lichaam, vanzelf minder heftig. Soms kunnen de klachten wel enkele uren duren. Om de klachten tegen te gaan, kan het prettig zijn om even te gaan liggen.
De klachten bij late dumping zijn vergelijkbaar met de vroege dumpingklachten. Bij late dumping treden de klachten alleen zo’n anderhalf tot twee uur na de maaltijd op. Het voedsel kan door de operatie niet meer worden opgeslagen in de maag. Hierdoor verloopt de vertering van het voedsel in de dunne darm sneller. Ook maakt de alvleesklier dan meer insuline in kortere tijd. Insuline is een hormoon dat er voor zorgt dat het glucose vanuit de bloedbaan in de lichaamscellen kan worden opgenomen. Deze overmatige (te veel) insulineproductie heeft een te snelle daling van de bloedsuiker tot resultaat. Dit geeft klachten die vergelijkbaar zijn zoals genoemd bij vroege dumping.