Sondevoeding

Na de operatie heb je voor een tijdje aanvullend sondevoeding nodig. Dit is een vloeibare kant-en-klare en volledige voeding. Bij de operatie wordt vaak een slangetje achtergelaten in de dunne darm. Dit heet een voedingssonde (jejunostomiesondeEen voedingssonde die via de buikwand naar de dunne darm (het jejunum) gaat. Je krijgt sondevoeding via de jejunostomie (opening in de dunne darm).). De voedingssonde komt via de buik weer naar buiten. Zie ook het plaatje hieronder.

Op de voedingssonde wordt een sondevoedingspomp aangesloten. De eerste dagen na de operatie word je volledig gevoed met sondevoeding en eet je niets daarnaast. Het kan zijn dat er na vijf tot zeven dagen een slikfoto wordt gemaakt. Deze slikfoto is om te kijken of de nieuwe aansluiting van de slokdarm naar de darm goed werkt. Als dat goed gaat, mag je overdag proberen te eten. Lukt het je steeds beter om te eten? Dan wordt de sondevoeding steeds verder afgebouwd. Dat betekent vaak dat je overdag probeert te eten en vooral ’s nachts nog sondevoeding hebt.

Je gaat vanuit het ziekenhuis naar huis met sondevoeding. De sondevoedingspomp zit in een (rug)tas die je naast je bed zet. Na ontslag begeleidt de diëtist je op weg naar volledige voeding zonder sondevoeding. De voedingssonde wordt dan op een gegeven moment verwijderd. Hoe lang je sondevoeding zult gebruiken, is voor iedereen verschillend. Het kan zes weken tot drie maanden duren.