Nog geen erfelijke aanleg in de familie

Als er nog geen erfelijke aanlegEen verandering in het erfelijk materiaal (DNA) die kan leiden tot een bepaalde ziekte of aandoening. Deze verandering kan in de familie worden doorgegeven aan de volgende generatie. in de familie bekend is, kunnen er verschillende redenen zijn om DNA-onderzoek te laten doen:

  • wanneer er diffuusEr zijn grofweg twee typen maagkanker: 1) Het diffuse type en 2) het intestinale type. Het diffuus-type maagkanker is de maagkanker die bij CDH1- en CTNNA1-mutatiedragers voorkomt. Een diffuse groeiwijze betekent dat onder de microscoop de kanker niet scherp omlijnd (afgegrensd) is. Bij het intestinale-type is de kanker vaak wel scherp omgrensd.-type maagkanker op jonge leeftijd voorkomt (voor het vijftigste jaar);
  • wanneer diffuus-type maagkanker vaker in een familie voorkomt;
  • wanneer er een combinatie van het lobulairDan gaat het om de melkkwab. Lobulair-type borstkanker groeit vanuit de melkkwabben (lobuli) en groeit vaak diffuus, dus zonder scherpe omlijning.-type borstkanker en diffuus-type maagkanker in de familie voorkomt;
  • wanneer er meerdere familieleden op jonge leeftijd lobulair-type borstkanker krijgen (voor het vijftigste jaar).

Ook kan het voorkomen dat iemand zelf eerst maagkanker of borstkanker heeft (gehad) en dat later een erfelijke aanleg via DNA-onderzoek wordt ontdekt.

De huisarts of specialist kan een patiënt of familielid doorsturen naar een afdeling in het ziekenhuis voor DNA-onderzoek. Deze afdeling heet de afdeling klinische genetica (kan ook ‘polikliniek familiaire tumoren’ zijn).

Bij minder dan vijf procent van de mensen met maagkanker is er een erfelijke oorzaak.