Periode direct na de operatie
Na de operatie heb je mogelijk een aantal ‘slangen’:
- een infuus voor vocht- en medicatietoediening.
- een slangetje in de neus voor het geven van extra zuurstof. Meestal is het geven van extra zuurstof alleen nodig in de eerste 24 uur na de operatie.
- een epiduraalkatheter. Dit is een dun slangetje in de rug waardoor pijnmedicatie wordt gegeven. Wanneer deze medicatie is gestopt, wordt de katheter verwijderd. Dit is gemiddeld na drie tot vijf dagen.
- een blaaskatheter voor de opvang van urine. De blaaskatheter wordt verwijderd wanneer de epiduraalkatheter is verwijderd. Dit is omdat de epiduraalkatheter het gevoel van de blaas uitschakelt.
- een wonddrainEen dun slangetje. Een deel heeft kleine gaatjes. Via de kleine gaatjes kan wondvocht worden afgevoerd naar een zakje wat buiten het lichaam hangt. uit het operatiegebied. Deze wonddrain steekt meestal uit de rechter buikhelft naar buiten. Wanneer de wonddrain wordt verwijderd, hangt af van de hoeveelheid wondvocht.
- een sonde via de neus in de dunne darm om de nieuwe verbinding te ontlasten. Deze wordt in principe één à twee dagen na de operatie verwijderd.
- een voedingssonde (jejunostomiesondeEen voedingssonde die via de buikwand naar de dunne darm (het jejunum) gaat. Je krijgt sondevoeding via de jejunostomie (opening in de dunne darm).) voor het geven van sondevoedingVloeibare kant-en-klare en volledige voeding. Na de maagverwijdering gaat deze voeding via een flexibel slangetje (de sonde) naar de dunne darm.. Via deze sonde kan direct na de operatie gestart worden met voeding. Je gaat met de voedingssonde naar huis.