Praten over werk en erfelijke maagkanker
Vragen kunnen in je opkomen, zoals
- “kan ik het wel aan om te werken?”
- “kan ik nog wat ik eerder kon?”
- “wat als ik tijdens mijn werk niet lekker word?” (bijvoorbeeld het ervaren van dumpingklachten)
Je kunt deze vragen bespreekbaar maken met bijvoorbeeld je leidinggevende of je bedrijfsarts/arboarts.
Heb je het gevoel dat er op je werk geen of weinig begrip is voor je situatie? Dan is het belangrijk om goed na te gaan wat voor effect dit op je heeft. Tip: blijf praten over wat er anders is in vergelijking met de situatie vóórdat je de DNA-uitslag kreeg dat je mutatiedrager bent, of specifieker: in vergelijking met de situatie vóór de maagverwijdering en/of verwijdering van de borsten. Het kan helpen om erover in gesprek te gaan met een gespecialiseerd maatschappelijk werker of psycholoog. Hij of zij is in te schakelen via je behandelend arts. Als volgende stap kun je dan bij een bedrijfsarts/arboarts uitspreken wat je nodig hebt en samen een plan maken.
Een nieuwe werkgever? De keuze om wel of niet iets over het mutatiedragerschap (inclusief bijvoorbeeld het leven zonder maag als dat het geval is) te vertellen is aan jezelf. Het is niet verplicht om erover te vertellen. Je kunt overwegen om er niet direct over te beginnen in het eerste sollicitatiegesprek. Op het moment dat het relevant is, kun je vertellen over je situatie. Dat kan bijvoorbeeld ook na een half jaar zijn.
Wat geldt voor een nieuwe werkgever is ook van toepassing op opdrachtgevers wanneer je als ZZP’er werkt.