Tabel over opname en werking (genees)middelen

Reden Uitleg Gevolg Voorbeeld
De maag is weg Geen bewerking vanuit de maag om (genees)middel af te breken. Sommige (genees)middelen worden via de maag opgenomen. Minder (genees)middel komt in de bloedbaan terecht. Aspirine
Geen maagzuur Het sterkste zuur bevindt zich in de maag. Het ontbreken hiervan heeft effect op de hoeveelheid (genees)middel dat wordt opgenomen. Het kan de hoeveelheid (genees)middel dat wordt opgenomen verhogen of verlagen. IJzer, calcium, ontstekingsremmers
Snellere werking van het (genees)middel (Genees)middelen komen onmiddellijk in de dunne darm. Snellere opname van het (genees)middel. Alcohol, cafeïne
Kortere tijd dat het (genees)middel in de (dunne) darm zit (Genees)middelen omzeilen een deel van het maag-darmkanaal (de maag, twaalf-vingerige darm en proximale dunne darm). Minder tijd voor opname van het (genees)middel. Minder (genees)middel komt in de bloedbaan terecht. Geneesmiddelen met het toevoegsel MGA (met gereguleerde of gecontroleerde afgifte van de werkzame stof uit het middel)
Kleiner oppervlak voor opname
van het (genees)middel
Kleiner maag-darmkanaal en kleiner absorberend (opnemen) oppervlak. Minder (genees)middel komt in de bloedbaan terecht. Alle medicatie
DarmenzymenEen enzym is een eiwit dat helpt om de voedingsstoffen te verteren. Enzymen zetten sommige (genees)middelen binnen de darmwand om in actief werkzame stof. Meer (genees)middel kan in de bloedbaan terechtkomen. Sommige cholesterolverlagers
Darm transporteurs Eiwitten die (genees)middelen van de darm naar de bloedbaan transporteren. Het aantal transporteurs is door de veranderde anatomie gewijzigd (minder). Minder (genees)middel komt in de bloedbaan terecht. Penicilline via het transporteiwit PepT1
Vertraagd mengen met galzuren Het vertraagd mengen van galzuren met (genees)middelen. Verandert de oplosbaarheid van sommige (genees)middelen. Minder (genees)middel komt in de bloedbaan terecht. Sommige hartmedicijnen
Het circuleren van medicijnen Sommige (genees)middelen circuleren continu tussen de darm en de lever om de (genees)middelgehaltes op peil te houden. Minder (genees)middel komt in de bloedbaan terecht. Anticonceptiepillen kunnen daardoor onvoldoende betrouwbaar zijn.
Gewichtsverlies (Genees)middelen kunnen zich makkelijk naar vetcellen verspreiden. Gewijzigde (genees)middelspiegels Sommige antidepressiva